
Ben ik een lezer? Ik heb altijd gedacht van wel, maar tegenwoordig twijfel ik.
Ik lees wel, veel zelfs, maar krijg amper een heel boek uit.
Wat ik lees zijn korte stukken op internet; ik scan, google, volg links en zie zo veel lettertjes voorbij komen.
Maar het predicaat lezer is daar amper op van toepassing.
Schrijverdezes vroeg laatst in een postcommentaar-
dialoog of ik iets van Grunberg had gelezen. Tot mijn schaamte moest ik bekennen dat ik alleen enkele columns had gelezen terwijl ik wel nieuwsgierig naar zijn boeken ben. Als dit alleen tot Grunbergs romans zou beperken zou de schade meevallen maar ik heb een heel lijstje schrijvers waar ik eerder over lees dan hun boeken lees.
Dat was vroeger wel anders.
Wat is er aan de hand? Ik heb het natuurlijk druk; sport, blog, studeer, werk en ga uit. Maar dat toch is dat niet het probleem.
De concentratie is weg. De computer is de snoepwinkel met allemaal lekkere hapjes die '
eet mij' roepen en ik kan het amper weerstaan.

Dit verschijnsel kennen meer mensen.
Marjoleine de Vos heeft in haar kritisch
stuk over de multitasker een oproep voor de aandacht gedaan.
Niets is heerlijker dan geheel opgaan in wat je aan het doen bent, of dat nu tuinieren is, lezen, luisteren of naar vogels kijken. In plaats van alles tegelijk maar half te doen, is alles achter elkaar enorm veel plezieriger, en efficiƫnter. (Marjoleine de Vos)
Nicholas Carr zet het in
'is Google us making stupid' nog wat sterker aan.
Het artikel zelf is voor internet-begrippen heel lang (6 pagina's) en illustreert tijdens het lezen al wat het probleem is.
Lange teksten kunnen we niet aan. Hij betoogt dat lezen niet een natuurlijk talent is maar dat we dat door hard werken moeten leren en onderhouden. Dat laatste is door het scannen en snacken van informatie op zijn retour.
De
kritieken op dit artikel gaan vooral op Carrs betoonde angst voor nieuwe technologie. Dat de mens daar zijn gebruik op aanpast is niet meer dan logisch.
Voor de boekdrukkunst waren er voordrachtkunstenaars die uit hun hoofd lange voordrachten hielden. Wie kun je daar nu nog om vragen? Laat staan dat iemand er naar wil luisteren.
Maar in plaats daarvan hebben we door de boeken een schat aan informatie gekregen voor iedereen beschikbaar. Hetzelfde geldt voor internet, de mobiele telefoon en tv in sterkere mate.
Toch blijft bij mij de gedachte knagen dat de snoepwinkel die internet heet geweldig is maar dat tegelijkertijd ik ook de andere informatiebronnen moet koesteren.
Wil de eerste Sonja Bakker voor internet opstaan?